Schrikken van harde geluiden, in paniek raken van denkbeeldige monsters, verlatingsangst en bang zijn in het donker, zijn enkele normale angsten die alle kinderen ervaren. Het is onderdeel van hun ontwikkeling en nuttig bovendien. Zo leren kinderen voorzichtig te zijn. Bijvoorbeeld in de buurt van vreemden en nabij water. Maar, kunnen angsten bij kinderen ook leiden tot paniekstoornissen op jonge leeftijd?
Angststoornissen zijn psychische aandoeningen variërend van paniek-, dwang- en piekerstoornissen tot allerlei fobieën gericht op dieren, situaties en dingen. Uit onderzoek blijkt dat angststoornissen één van de meest voorkomende psychische problemen bij kinderen en jongeren is (van Rooijen-Mutsaers, 2013). Bij deze groep heeft de angst op jonge leeftijd al zo’n extreme vorm aangenomen dat het hun belemmert in hun dagelijkse activiteiten en ontwikkeling. Zij ervaren irreële angsten en gaan allerlei plekken, mensen en omstandigheden uit de weg; gaan bijvoorbeeld niet meer naar school, mijden vriendjes en vriendinnetjes, zijn bang om alleen te zijn of voor situaties met veel mensen. Volgens schattingen varieert het aantal kinderen met een angststoornis van 2% tot 6%. Verder blijkt dat het aantal jeugdigen met ernstige psychische problemen stijgt naarmate zij ouder worden.
Wat de oorzaak voor paniekstoornissen bij kinderen is, is vaak niet duidelijk. Zo kan een traumatische ervaring ervoor zorgen dat kinderen een psychische stoornis ontwikkelen. Bijvoorbeeld in het water vallen en bijna verdrinken, kan leiden tot een angst voor water. Maar ook erfelijkheid, waarbij de stoornis in de genen van de familie zit, kan een rol spelen. Ook het karakter van een kind – erg verlegen zijn – wordt nogal eens genoemd als mogelijk risico. Verder kan de omgeving van invloed zijn bij de ontwikkeling van paniekstoornissen. Bijvoorbeeld als de ouders van een kind veel aandacht besteden aan angstige situaties of omstandigheden. Bedoeld om het kind gerust te stellen. Echter kan de overdreven aandacht de angst ook ongewild verergeren. Kortom, er is geen éénduidig antwoord op waarom kinderen paniekstoornissen ontwikkelen. Het is meestal een samenspel van meerdere factoren.
Zowel voor ouders als behandelaars is het niet altijd even gemakkelijk om paniekstoornissen of andere angsten bij kinderen te herkennen. Daarbij speelt mee dat het ene kind zich wel uitspreekt en een ander juist niet. Ook het onder woorden brengen van de gevoelens kan niet ieder kind. Enkelen algemene signalen van angst bij kinderen zijn:
Als ouders is het belangrijk de angsten, bij kinderen serieus te nemen. Praat erover met je kind en steun hem of haar om dingen te ondernemen. Voorkom dus dat je meegaat in het vermijden van situaties, want dat verergert op den duur de angst. Bereid je kind liever voor op de angstige situatie en ga deze situatie samen aan. Laat daarbij het kind zien dat het niet nodig is om bang te zijn.
Help je kind om meer zelfvertrouwen te krijgen. Onder andere door vaardigheden aan te leren om angst de baas te blijven via ademhalingsoefeningen en door anders te leren denken. Door ademhalingsoefeningen ontspant je kind zich en krijgt hij of zij daardoor meer controle over de situatie. Oefen regelmatig samen de ademhalingsoefeningen, zodat het kind in een angstige situatie hierop terug kan vallen. Naast ontspanning zorgen de ademhalingsoefeningen ook voor afleiding tijdens de angstige situatie. Doordat je je focust op andere zaken krijgt angst minder gemakkelijk vat op je.
Wil jij professioneel aan de slag in de advisering van ouders en hun kinderen bij opvoeding en ontwikkeling? Meer informatie vind je bij de opleiding Kindercoach.
Bron: Rooijen-Mutsaers, K. van (2013) Wat werkt bij jeugdigen met angststoornissen? Geraadpleegd op 18-04-2014, van jeugdzorgzo.nl