In diverse media wordt gemeld dat suiker verslavend zou zijn. Ook roepen steeds meer mensen dat ze een suikerverslaving hebben, maar in hoeverre berusten deze beweringen op waarheid? Het is van belang om eerst duidelijkheid te scheppen over de definitie van suiker. Het gaat hier niet om alle suikers, maar om sacharose of aanverwante toevoegingen in bewerkt eten, zoals bijvoorbeeld maïssiroop. Het gaat dus niet over de suikers die het lichaam verkrijgt uit graanproducten en fruit. Diverse media doen verslag van twee onderzoeken over suikerverslaving: het onderzoek van de universiteit van Princeton, waarin ratten maïssiroop met een hoge concentratie fructose werd gegeven en het literatuuronderzoek van David Benton.
In het onderzoek van de universiteit van Princeton werd aangetoond dat ratten die water dronken met maïssiroop, meer aankwamen in gewicht dan ratten die water met tafelsuiker dronken. Daarnaast was de toename van lichaamsgewicht vooral te zien in het buikvet en was er een toename van triglyceriden. De ratten vertoonden de symptomen van beginnende vetzucht. Ze dachten dat dit door de hogere concentratie fructose in maïssiroop kwam. Dit is 55% in tegenstelling tot de 50% in sacharose. De fructosemoleculen zijn al vrij opneembaar in maïssiroop, terwijl ze in sacharose nog gekoppeld zitten aan glucose. Hier moeten de enzymen dus nog een stofwisselingsstap maken voor het door het lichaam kan worden opgenomen. Hoge concentraties glucose worden omgezet in vet, terwijl glucose wordt gebruikt als brandstof of wordt opgeslagen als glycogeen.
In het literatuuronderzoek van David Benton wordt gesteld dat ten onrechte verslavende eigenschappen worden toegeschreven aan suiker (sacharose). Als mensen verslaafd zouden kunnen zijn aan suiker, zouden ze toenemende hevige verlangens moeten ervaren. Dit zou vooral ’s ochtends moeten zijn als er de hele nacht niet gegeten is. Ook vond hij geen bewijs van ontwenningsverschijnselen als men stopt met gebruiken. Zijn conclusie is dat suikerbehoefte gewoontegedrag is, aangeleerd door de conditionering van prikkels die met snoep te maken hebben. Benton is in zijn onderzoek uitgegaan van de fysieke respons op een stof.
Als er in artikelen gerefereerd wordt aan het onderzoek van de universiteit van Princeton om aan te tonen dat suiker verslavend werkt, hebben ze het dus niet zozeer over een suikerverslaving, maar over vetzucht. Ook schuiven ze een dip in de bloedsuikerspiegel naar voren om aan te tonen dat er een lichamelijke “craving” naar suiker is.
David Benton heeft in zijn onderzoek puur naar de lichamelijke kant van verslaving gekeken. Over de geestelijke kant wordt nauwelijks gerept. Hij zegt ook dat heel veel dingen verslaving worden genoemd, maar dat het dingen zijn die met toewijding, doelbewustheid en vastberadenheid worden gedaan. Als voorbeelden worden sport, gamen, gokken, seks, cafeïne en chocolade genoemd.
Er is nog veel onduidelijkheid omtrent de stelling dat suiker verslavend werkt. Er is geen sluitend antwoord op te geven. Nieuwe onderzoeken wekken weer nieuwe vragen op. Bovendien worden de uitkomsten van onderzoeken soms behoorlijk uit hun verband getrokken, wat niet helpt om tot een eenduidig antwoord te komen.
Vitaal oud worden willen we allemaal wel. Maar hoe bereik je dat? In het gratis e-book 'Gezond leven doe je zo' lees je wat vitale ouderen doen of hebben gedaan waardoor ze zo gezond door het leven gaan.