Weten dat je binnenkort doodgaat en hoe je daarmee omgaat, is zeer persoonlijk. Een ieder verwerkt dat stervensproces op zijn eigen manier. Toch zijn er een aantal fasen te onderscheiden in hoe je rouwt over je eigen naderende einde. Een nadere kennismaking met de fasen van het stervensproces.
De Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004) beschreef als een van de eersten dat de dood in fasen komt. Zij baseerde de fasen van sterven op de vele gesprekken die zij voerde met terminale patiënten. Zij ontdekte zeg maar een rode lijn in hoe veel mensen mentaal omgaan met het naderende einde. Van ‘nee, niet ik’ en ‘waarom’ tot ‘ja, ik berust’. De fasen van het stervensproces op een rij.
De eerste reactie op slecht nieuws (bijvoorbeeld een ongeneeslijke ziekte) is vaak zeer emotioneel en ontkennend. ‘Nee, niet ik. Dat kan niet waar zijn’. Een natuurlijk afweermechanisme treedt in werking. Onbewust of bewust wil je de realiteit niet zien. Zie het als een vorm van zelfbescherming. Het biedt je zo de kans om de waarheid gedoseerd toe te laten. Zaken voor jezelf op een rijtje te zetten.
Als ontkennen niet langer gaat, is in opstand komen tegen wat gebeurt een natuurlijke reactie. Je wordt overspoeld door gevoelens van boosheid, woede en/of agressie. Je huilt, schreeuwt, tiert, vloekt en vraagt je af: ‘Waarom moet juist mij dit overkomen?’. Ook is het niet ongewoon dat je woede zich richt op iedereen in je omgeving. Je zoekt naar zondebokken. Ook zelfverwijt of boos zijn op jezelf is niet ongewoon. Die woede dan wel boosheid kun je ook zien als niet willen erkennen van wat er gaat gebeuren: accepteren dat je stervende bent.
Merk je dat woede en opstand niets uithalen? Dat je ziekte niet verdwijnt? Dan breekt de onderhandelingsfase aan. Dit is het punt waarop je controle probeert te krijgen over je situatie. Je gaat op zoek naar achterdeurtjes om onder de werkelijkheid uit te komen. Je vraagt uitstel of wat respijt. Het is niet ongewoon om in deze fase te onderhandelen met God. Dat geldt ook voor ongelovigen. Je belooft dingen te doen, stelt doelen, betuigt spijt enzovoort op voorwaarde dat je langer mag leven.
In deze fase dringt tot je door dat onderhandelen geen zin meer heeft. De ziekte is niet meer te stoppen en de naderende dood onafwendbaar. Je voelt je eenzaam, machteloos, verdrietig, angstig en bent bang voor wat gaat komen. Kortom, de je voelt je depressief. Je ervaart onder andere depressieve gevoelens vanwege het verlies van zelfstandigheid, zelfrespect, familie, vrienden enzovoort. Maar, ook het stille verdriet of zogenaamde voorverdriet komt naar boven. Het besef dat je gaat sterven dringt dan door. Je gaat treuren over je eigen dood en het verliezen van alles dat je leven zin geeft.
Je accepteert de realiteit en hoopt niet langer op genezing. Je durft je over te geven. Je aanvaardt wat gaat komen en maakt je niet langer druk over de dag van morgen. Je geniet van vandaag. Pakt eventueel dingen op die je fijn vindt om te doen. En is het moment daar? Dan ben je klaar om afscheid te nemen van wie je dierbaar zijn.
De hierboven genoemde fasen van de dood maken de meeste stervenden door. Het tempo waarin dat gebeurt evenals de volgorde die kan verschillen. Ook kunnen fasen elkaar overlappen of is het mogelijk dat een fase wordt overgeslagen. Kortom, de fasen zijn dus niet zaligmakend, maar bieden doorgaans wel houvast.
Daarnaast blijkt dat ook familie, vrienden en bekenden vaak dezelfde fasen doormaken na het overlijden van een dierbare. En ook wanneer je met grote tegenslagen en teleurstellingen in je leven te maken krijgt, is het niet ongewoon dat je bij de verwerking ervan min of meer de 5 fasen doorloopt.
Veel mensen (en hun naasten) zijn op zoek naar vormen van begeleiding in de laatste levensfase die hen in staat stellen op een zo goed mogelijke manier afscheid te nemen van het leven. Een stervensbegeleider staat de stervende en zijn of haar naasten bij om op een eigen en persoonlijke manier om te gaan met het onbekende en onafwendbare.