Leer coachen op de thema’s stressmanagement, slaap, voeding en bewegen.
Leer mensen begeleiden vanuit een integrale visie op de balans tussen lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welbevinden.
Als twee personen beiden een gewichtsverlies behalen van 10kg, oogt het alsof ze hetzelfde resultaat hebben bereikt. Alleen is dit wel zo? Het gewichtsverlies in kilo’s is gelijk, maar wanneer je specifieker kijkt kunnen er grote en belangrijke verschillen zijn. Het gewichtsverlies bij de een kan hoofdzakelijk bestaan uit afname van de vetmassa, terwijl het gewichtsverlies bij de ander uit vetvrije massa bestaat. Hoe zorg je ervoor dat gewichtsverlies bestaat uit vermindering van vetmassa en niet uit vetvrije massa?
Wat is het verschil tussen vetmassa en vetvrije massa? Vetmassa is dat deel van het totale lichaamsgewicht dat bestaat uit vetweefsel. Vetvrije massa is het deel van het totale lichaamsgewicht dat bestaat uit spierweefsel, botten en vocht. Vetweefsel wordt ook wel passiefweefsel genoemd. Het gebruikt geen energie in rustmomenten. Spierweefsel wordt actiefweefsel genoemd. Dit weefsel verbruikt wel energie in rust.
Het idee van de meeste diëten is het verminderen van de calorie-inname. Gebak, snoep, koek en andere tussendoortjes mogen niet of worden vervangen door gezonde varianten met als resultaat een minimale inname van het aantal calorieën. In veel gevallen gaat men ook meer bewegen. Sport wordt opgepakt of de intensiviteit gaat omhoog. Het gevolg is dat het lichaam meer calorieën verbruikt. Dit klinkt als de ideale manier om gewicht te verliezen, maar toch zit er een nadeel aan deze wijze.
Elk lichaam heeft een minimale energiebehoefte. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer de beschikbare energie lager is dan 30kcal per kilogram vetvrij lichaamsgewicht, het hormonale en metabolische evenwicht wordt verstoord.
Voorbeeld: een vrouw met een gewicht van 65kilo en een vetpercentage van 25% zal minimaal 1462kcal moeten eten om niet in de overlevingsstand te belanden. 65/100*25= 16,25kg Vetmassa (65-16,25)x30=1462,5kcal
Een gevolg daarvan is dat spieren worden afgebroken, omdat ze zeer veel energie verbruiken (actiefweefsel). Daarnaast vermindert de schildklierwerking. Het lichaam schakelt over op een tragere verbranding. Op het moment dat er weer voldoende gegeten wordt, slaat het lichaam de energie op als vetweefsel om dat op een later moment te gebruiken als energiebron. Mocht er sprake van zijn dat er regelmatig wordt gesport, dan dient hiermee rekening te worden gehouden bij de minimale energiebehoefte.
Voorbeeld: de dame in het voorbeeld hiervoor moest minimaal 1462,5kcal dient te eten om niet in de overlevingsfase te komen. Stel dat ze 3x in de week naar de sportschool gaat om te sporten. Per keer dat ze sport verbrandt ze 500kcal. Zij zal minimaal 1676,5kcal moeten eten om niet in de overlevingsstand te komen. (500x3)/7=214kcal (1462,5+214=1676,5kcal).
Wil je er voor zorgen dat het gewichtsverlies bestaat uit vermindering van vetmassa? Houd dan rekening met de lichamelijke energiebehoefte. Ga niet over tot een drastische vermindering van het aantal calorieën en blijf in beweging om de spieren juist te versterken. Dit zorgt ervoor dat het gewichtsverlies op de weegschaal ook daadwerkelijk vetmassa is.
Wil je meer leren over een vitaal leven of anderen daarin begeleiden? Bekijk dan onze opleidingen.