Alcohol heeft allerlei effecten op het zenuwstelsel. Daar worden we al van kinds af aan voor gewaarschuwd: alcohol is slecht voor je geheugen omdat er hersencellen afsterven, het is slecht voor de lever, verstoort je slaap en alcohol maakt meer kapot dan je lief is.
Alcohol oefent op verschillende plaatsen invloed uit op het zenuwstelsel, vooral door het remmen of juist stimuleren van signalen van de ene zenuwcel naar de andere. Communicatie tussen zenuwcellen gebeurt in het zenuwstelsel door neurotransmitters: stoffen die door de ene zenuwcel worden afgegeven en door de buurcel worden opgepikt. Dat oppikken van neurotransmitters gebeurt door receptoren: eiwitten in de cellen van het zenuwstelsel met een specifieke vorm. De receptor geeft vervolgens weer een signaal door dat via de zenuwcel naar een volgende cel gaat.
Iedere receptor heeft zijn eigen specifieke werking. Zo geeft de GABA-receptor het signaal door dat er minder stimulerende neurotransmitters gemaakt moeten worden in de hersenen. GABA remt daarmee de hersenactiviteit. Een neurotransmitter die daardoor geremd wordt is bijvoorbeeld glutamaat, die veel processen in de hersenen activeert.
Alcohol past heel goed op de GABA-receptor. Ook zonder dat de hersenen GABA maken zorgt alcohol ervoor dat de GABA-receptor signalen gaat doorgeven. Daardoor worden de hersenen geremd en kom je in een passieve, ontspannen toestand.
Daarnaast past alcohol op de glutamaatreceptor. Hier zorgt alcohol echter juist dat de glutamaatreceptor inactief wordt. Daardoor wordt de hersenactiviteit ook geremd. Zo kan alcohol op twee manieren het zenuwstelsel remmen: via stimulering van GABA en remming van glutamaat. Dat leidt onder andere tot een ontspannen gevoel, slaperigheid en remming van het geheugen. Daardoor kunnen grote hoeveelheden alcohol leiden tot black-outs, en vallen dronken mensen soms zomaar in slaap. Ook de remmingen vallen weg, doordat ook daar weinig activiteit in het zenuwstelsel plaatsvindt.
Maar daarmee is het verhaal niet compleet. Want op basis van bovenstaande zou je verwachten dat een borreltje voor het slapengaan inderdaad een prima slaapmuts is. Uit een onderzoek blijkt echter dat alcohol voor het slapen gaan de slaap juist verstoord. Bij proefpersonen die 100 minuten voor ze gingen slapen alcohol in verschillende hoeveelheden kregen, bleek dat een grotere hoeveelheid alcohol leidde tot onrustigere slaap. Het deel van het zenuwstelsel dat normaal gesproken tijdens de slaap actief is – het parasympatisch zenuwstelsel – bleek tijdens de diepe slaap te weinig actief te zijn, waardoor de proefpersonen minder diep sliepen. De onderzoekers concluderen dat alcohol op die manier wellicht ook leidt tot een slechtere weerstand: chronisch alcoholgebruik leidt tot chronische onderdrukking van het parasympatische zenuwstelsel. Terwijl dit deel normaal gesproken tijdens onze slaap juist actief moet zijn om schade in het lichaam te herstellen, geleerde informatie in de hersenen op te slaan, voedsel te verteren en het afweersysteem aan te sterken.
Onderdrukking van het parasympatische zenuwstelsel leidt dus ook tot minder herstel van de hersenen. Herstel dat juist hard nodig is, omdat het erop lijkt dat alcohol hersencellen laat afsterven.
Toch is er ook hierbij een andere kant van het verhaal. Onderzoekers ontdekten dat alcohol leerprocessen wel vermindert, maar tegelijkertijd het onderbewuste leren van het zenuwstelsel juist verbetert. Onderbewust leren in het zenuwstelsel gebeurt vooral door een proces dat we synaptische plasticiteit noemen: het vermogen van zenuwcellen om extra onderlinge verbindingen in het zenuwstelsel aan te leggen. Daardoor zijn onze hersenen beter in staat om verbanden te leggen tussen eerder geleerde dingen, en kunnen we informatie sneller en efficiënter in de hersenen terugvinden.
Dit onderbewuste leren van het zenuwstelsel leidt er bijvoorbeeld toe dat we gebeurtenissen opslaan in ons geheugen als herinnering, zonder dat we daar actief moeite voor doen. Nu blijkt dat het gebruik van alcohol dit onderbewuste leren versterkt. Onder invloed van alcohol slaat ons zenuwstelsel vrijwel iedere prikkel op: muziek, de plek waar we zijn, emoties en contacten met mensen. En dat alles wordt gekoppeld aan het goede gevoel dat alcohol geeft. Dat is precies waardoor alcoholverslaving ontstaat: de hele setting waarin alcohol wordt gedronken wordt gekoppeld aan het positieve effect van alcohol. En die setting onthouden we extra goed, omdat alcohol juist dit onderbewuste leren van het zenuwstelsel bevordert. De onderzoekers denken dan ook dat het mogelijk moet zijn om medicijnen te maken die dit goede gevoel onderdrukken. Zodat dat onderbewuste leerproces alle herinneringen en gevoelens niet meer kan koppelen aan dat goede gevoel dat de alcohol geeft, simpelweg omdat dat goede gevoel er niet meer is.