Leer hoe je mensen coacht om het beste uit zichzelf te halen als zij worstelen met hun zelfvertrouwen, angsten, keuzestress en werkdruk.
Vragen stellen is een essentieel onderdeel van coaching. Goede vragen leiden tot een gestructureerd gesprek waarmee je als coach het bewustzijn en zelflerend vermogen van de coachee bevordert. Effectief coachen is dus de juiste vragen stellen. Maar hoe doe je dat?
Leer coachen op de thema’s stressmanagement, slaap, voeding en bewegen.
Vragen begint altijd met luisteren. Goede vragen kun je namelijk alleen stellen als je echt hoort wat iemand zegt. Niet alleen wat de ander letterlijk zegt (de woorden), maar ook de manier waarop (toon, volume en kracht) en wat die persoon zegt met zijn of haar lichaamstaal (houding en gezichtsexpressie). Het is belangrijk dat je je als coach afstemt op de coachee. Door te luisteren en pas daarna vragen te stellen, laat je bovendien zien dat je geïnteresseerd bent in het verhaal van de coachee. Erg belangrijk voor de vertrouwensband en daarmee voor de coachingsrelatie. Luisteren doe je met een open houding, met oogcontact, door te knikken en te ‘hummen’, door aantekeningen te maken en door non-verbaal ‘mee te veren’ (afstand verkleinen, afstand nemen en gebaren spiegelen).
Goede vragen stellen kun je dus als je goed hebt geluisterd. Maar tussen luisteren en vragen stellen zit nog een andere belangrijke stap: samenvatten. Door het verhaal van de coachee in je eigen woorden samen te vatten, controleer je of je de boodschap goed hebt begrepen, zodat je zeker weet dat je de juiste vragen kunt stellen. Samenvatten geeft een gesprek structuur. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Als ik het goed heb begrepen, vind jij dat…’ of ‘Je zegt dus dat…’. Blijkt dat je de boodschap van de coachee niet goed hebt begrepen, dan geef je hem of haar de gelegenheid om aan te vullen of te corrigeren. Geef de coachee ruimte door hem of haar uit te laten spreken en laat eventuele stiltes er gewoon zijn. Vragen stellen komt daarna.
De coachee moet zich vrij voelen om open en eerlijk te zijn. Open vragen stellen is daarbij belangrijk. Open vragen beginnen met een vragend voornaamwoord, zoals wie, wat, waar, wanneer en hoe. Open vragen stellen zorgt ervoor dat de coachee zijn of haar eigen situatie, gedachten en gevoelens kan onderzoeken. Uit onderzoek blijkt dat bij effectieve vormen van hulpverlening en coaching de cliënt of coachee het meest aan het woord is. Zeker in de eerste fase van een coachingstraject zou dit het geval moeten zijn. Gesloten vragen stellen leidt tot het tegenovergestelde: het gesprek wordt afgeremd. De ander kan er namelijk alleen met ‘ja’ of ‘nee’ op antwoorden. Natuurlijk kan gesloten vragen stellen soms nodig zijn, maar in een effectief coachingsgesprek hebben open vragen de overhand.
Open vragen stellen is dus belangrijk, maar pas op met waarom-vragen. Deze vragen zijn minder geschikt voor een coachingsgespek, omdat ze vaak een oordeel in zich dragen. Ga je waarom-vragen stellen, dan kan dat een defensieve houding oproepen: de coachee moet opeens ‘verdedigen’ waarom hij of zij iets heeft gedaan. Het kan aanvoelen als een ondervraging. Waarom-vragen kunnen leiden tot antwoorden waar je niets mee kunt, zoals ‘ik weet het niet’. Je vraagt namelijk naar een achterliggende motivatie die voor de coachee vaak niet duidelijk is. Bij het vragen stellen is het dus goed om ‘waarom’ te vervangen door andere woorden. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Wat leidt ertoe dat...?’, ‘Wat houdt je tegen om…?’, ‘Waarvan word je...?’ Probeer als coach bij het vragen stellen ook een ‘verpakt’ advies te vermijden. Dat is vaak te herkennen aan vragen die beginnen met ‘Heb je al…’, ‘Zou je niet…’ en ‘Is het geen idee om…’. Bij coaching is het de bedoeling dat de coachee zelf uiteindelijk zijn of haar eigen advies formuleert.
Goede vragen stellen is ook: doorvragen. Blijf als coach speuren naar aanknopingspunten om door te vragen en blijf dus vragen stellen. Belangrijk daarbij is dat je alert bent op vaagheden (‘het zou kunnen’), subjectieve uitlatingen (‘ik ben te dik’), aannames (‘hij vindt mij niet leuk’) en formuleringen met ‘moeten’ of ‘kunnen’ (‘ik moet doorzetten’, ‘ik kan mijn vrouw hier niet mee opzadelen’). Deze taalpatronen verhullen vaak waardevolle informatie. Open vragen stellen helpt om die informatie los te krijgen: ‘Wie vindt dat jij te dik bent’?, ‘Hoe weet je dat hij je niet leuk vindt?’, ‘Wat gebeurt er als je niet doorzet?’, ‘Wat weerhoudt je om het je vrouw te vertellen?’. Door vragen te blijven stellen, zet je de coachee aan tot denken en kunnen gedachten, overtuigingen en patronen duidelijk worden. Stel je als coach goede vragen, dan zal de coachee een helder zicht krijgen op zijn of haar overtuigingen, gedrag en acties. De oplossing van het probleem ligt dan vaak al in zijn of haar eigen antwoorden besloten.
Gesprekstechnieken staan centraal in al onze coachingsopleidingen. Kijk voor het aanbod hier.