Ingrijpende gebeurtenissen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor het psychisch welbevinden en het functioneren van een persoon. De één gaat rustig door na een traumatische gebeurtenis terwijl de ander stil lijkt te staan, zich terugtrekt in een hoekje of eerst doorrent en later alsnog instort. In sommige gevallen ontstaat - soms jaren later - een trauma. Dat kan zich uiten in slapeloosheid, verwarring, stress, relatieproblemen, nachtmerries en fobieën. Allerlei zaken die het leven ernstig kunnen beïnvloeden. In zo’n geval kan EMDR uitkomst bieden.
Om te begrijpen waarom EMDR bij trauma’s kan helpen, moet het eerst duidelijk zijn hoe trauma’s ontstaan - voor zover dat tenminste bekend is. Een trauma is in feite het gevolg van het onvermogen om inkomende prikkels te verwerken. De hele dag door komen er allerlei prikkels de hersenen binnen. Het grootste deel van die prikkels wordt direct weer geweerd, omdat het prikkels zijn die de hersenen kennen en waarvan ze weten dat ze er geen aandacht aan hoeven te besteden. Belangrijke prikkels worden echter verwerkt en ergens opgeslagen. Soms horen bij die verwerking bepaalde emoties.
Komen er echter teveel prikkels binnen, dan kunnen die prikkels voor grote problemen gaan zorgen. Een ingrijpende gebeurtenis kan in het lichaam voor allerlei stressreacties zorgen. Als die stress en die energie die daarbij vrijkomt niet verwerkt wordt - omdat de reactie van het lichaam juist bevriezing is - dan kan die energie vastgezet worden in het zenuwstelsel. Voor het zenuwstelsel is die reactie verbonden met angst, met een angstaanjagende gebeurtenis. In zo’n geval kan het voorkomen dat iedere keer als die situatie zich weer voordoet - ook al is het in een minder bedreigende context - het lichaam weer reageert door verstijving. Alle opgekropte energie die daarbij ontstaat blijft vastzitten en zorgt voor allerlei symptomen.
Een verklaring voor het ontstaan van trauma’s is dat bij ingrijpende gebeurtenissen veel hersendelen worden uitgeschakeld. De hippocampus (die zorgt voor het opslaan van informatie) is wel actief maar de cortex (waar het langetermijngeheugen zit) is niet actief. Daardoor kan men veel gebeurtenissen in stressvolle situaties volledig vergeten. Soms blijven er echter flarden van herinnering achter in de hippocampus, die niet zoals gewoonlijk tijdens de slaap verbonden en verwerkt worden door de cortex. De flarden worden dus niet verwerkt maar kunnen wel voor reacties zorgen in situaties die op die flarden lijken.
Het blijkt dat personen die als kind al zogenaamde ontwikkelingstrauma’s hebben opgelopen - door het verlies van een dierbare of scheiding van ouders bijvoorbeeld - minder flexibel kunnen omgaan met overweldigende, stressvolle situaties en daardoor eerder een trauma ontwikkelen.
Trauma’s worden dus veroorzaakt door onverwerkte, opgekropte emoties die vast blijven zitten in het zenuwstelsel. Met dat als uitgangspunt is EMDR ontwikkeld. EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Het is een relatief jonge therapie, beschreven in 1989 door de Amerikaanse psychologe Francine Shapiro. Het idee van EMDR is dat de REM-slaap wordt nagebootst. Tijdens deze fase van de slaap worden gebeurtenissen verwerkt. REM is een afkorting voor Rapid Eye Movement: mensen blijken tijdens deze fase van de slaap snel met de ogen te bewegen, wat de verwerking van flarden uit de hippocampus in het langetermijngeheugen bevordert.
Als dit proces niet goed gebeurt, dan kan dat tijdens EMDR alsnog gedaan worden. De therapeut stelt de cliënt vragen met betrekking tot de traumatische ervaring. Zo wordt de gebeurtenis als een film op papier weergegeven. De therapeut vraagt tijdens dit voorstadium van EMDR ook veel naar gevoelens en belevenissen. Vervolgens beweegt de therapeut met de vinger heen en weer voor de ogen van de cliënt. Ook kunnen er geluidssignalen (tikjes) in het linker- en rechteroor gegeven worden via een koptelefoon. Ondertussen moet de cliënt de gebeurtenis opnieuw voor de geest halen. Als er even rust volgt, vraagt de therapeut welke gedachten er naar boven komen. Vaak komen er door deze therapie veel gedachten, gevoelens en zelfs lichamelijke ervaringen op gang. Er verandert vaak wat. Daarna gaat de behandeling op eenzelfde manier verder, steeds afgewisseld met een korte rust.
Hoewel de werking van EMDR niet wetenschappelijk te verklaren is, lijkt het te maken te hebben met de REM-slaap. Het lijkt erop alsof met EMDR de flarden herinneringen in de hippocampus alsnog verwerkt worden en opgeslagen in het langetermijngeheugen. Een andere verklaring voor de werking van EMDR is dat het opnieuw ophalen van een herinnering geheugencapaciteit kost. Doordat echter het volgen van de beweging met de vinger ook geheugen kost, blijft er minder ruimte over voor de traumatische ervaring, waardoor de levendigheid en het nare gevoel bij de herinnering niet meer wordt opgeslagen. Daardoor krijgt het trauma door EMDR een plekje en wordt het gekoppeld aan de juiste, realistische emoties. Het blijkt dat na drie tot vijf EMDR-sessies de meeste trauma’s al veel verbeterd zijn en fobieën volledig kunnen verdwijnen.
Tijdens de opleiding Levenscoach leer je hoe je mensen begeleidt met een trauma. EMDR kan daarvoor een waardevolle aanvulling zijn.