Overgewicht en pesten zijn twee fenomenen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Er zijn diverse relaties tussen dik zijn en het fenomeen ‘pesten’ onder kinderen, zo bleek uit een Canadees onderzoek (2004): dikke kinderen worden vaker gepest (14%) dan kinderen met een normaal gewicht (11%). Dikke kinderen pesten zelf vaker (11%) dan kinderen met een normaal gewicht (8%). Dikke meisjes gebruiken 5x vaker fysiek geweld dan meisjes met een normaal gewicht. Dikke jongens lachen tweemaal zo vaak andere kinderen uit en liegen vaker over anderen.
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat dikke kinderen minder aan sport doen. Hoe vaker iemand wordt gepest, des te minder fysieke bezigheden hij nog onderneemt. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze kinderen situaties gaan vermijden, waarin ze het vaakst worden gepest. Dit zijn namelijk meestal de gymlessen en andere vormen van sport. Dit uit zich dus in een vicieuze cirkel.
Pesten heeft daarnaast ook nare gevolgen voor de geestelijke gezondheid van de dikkerds. In de meeste gevallen daalt het zelfrespect van deze kinderen zodanig, dat ze minder goed presteren op school. In het ernstige gevallen kan pesten leiden tot depressiviteit, eenzaamheid en angst, in de ergste gevallen zelfs tot zelfmoord.
Bovendien kan langdurig ‘plagen’ hetzelfde effect veroorzaken: een plagerijtje van de leraar of opmerking van de ouders, kan het zelfvertrouwen op den duur ook flink schaden. Ouders en leraren dienen er dan ook voor te waken dat ook de plagerijen van leeftijdgenoten niet uit de hand lopen. Dikke kinderen worden vooral 'relationeel' gepest: ze worden bewust uitgesloten bij sociale activiteiten. Kinderen die worden gepest zullen zich afzonderen van situaties waarin zij zullen worden gepest. Zij kunnen daardoor in een sociaal isolement terechtkomen.
Ander onderzoek laat zien dat kinderen reeds vanaf hun vijfde andere kinderen beoordelen op hun uiterlijk. Zo blijken ze gemiddelde tot slanke leeftijdsgenootjes eerder uit te nodigen voor hun verjaardagsfeestje dan dikke kinderen. Een groep kinderen kreeg een reeks verhalen te horen over hoofdpersonages met positieve en negatieve karaktereigenschappen. De kinderen bleken de neiging hebben om positieve eigenschappen eerst aan gemiddelde en dan aan slanke figuren toe te kennen. De negatieve kwaliteiten als onbeschoftheid en incompetentie werden vooral toegeschreven aan de dikke personages.
Al met al is er veel aanleiding tot zorgen voor ouders van dikke kinderen. Niet alleen de lichamelijke, maar ook de geestelijke gezondheid van dikke kinderen heeft flink te lijden onder het overgewicht. Door de oorzaken te herkennen, zouden ouders veel eerder kunnen ingrijpen en veel leed kunnen voorkomen.