In het leven van velen van ons speelt de weegschaal een belangrijke rol. Als pasgeboren baby lig je binnen enkele minuten op de schaal om je geboortegewicht vast te stellen en samen met je lengte geeft het gelijk een indicatie van hoe gezond je op de wereld gekomen bent. Sommige ouders hechten er zoveel waarde aan dat ze de gemeten getallen zelfs op het geboortekaartje vermelden of willen met het geboortegewicht van hun kind aangeven hoe zwaar de bevalling moet zijn geweest.
Eenmaal volwassen blijft de uitslag van de weegschaal van belang. Wie kent niet het gevoel van confrontatie en frustratie? Je hebt jezelf bij een gezellig weekend of de feestdagen lekker laten gaan en je besluit weer eens te kijken hoe het met je gewicht is gesteld: Weer een paar kilo erbij! Wanneer je dan niet direct wat gas terugneemt, word je langzaam maar zeker steeds zwaarder. Door af en toe op de weegschaal te gaan staan, kan je dus wel voorkomen dat je voor verrassingen komt te staan. Het is makkelijker om steeds een kilootje te corrigeren, dan dat je voor een grotere klus aan het werk moet.
Met een simpel rekensommetje, waarbij je je gewicht deelt door je lengte in het kwadraat, kan je je BMI berekenen. Je BMI staat voor Body Mass Index en wanneer deze index bij een volwassene tussen de 20 en 25 ligt, kan je van jezelf zeggen dat je een gezond gewicht hebt. Je BMI zegt alleen niets over de samenstelling van je gewicht. Je lichaam bestaat uit vet, spieren, vocht en botten. De verhoudingen hiervan kunnen veel meer informatie geven over je gezondheid. Een te hoog vetpercentage kan bijvoorbeeld de kans op hart- en vaatziekten en het ontstaan van kanker vergroten.
Het kan ook zo zijn dat je probeert af te vallen en hiervoor minder bent gaan eten en meer bent gaan bewegen, maar na een aantal weken geen verschil ziet op de weegschaal. Het zou dan best kunnen dat je spiermassa is toegenomen en je vetpercentage lager ligt. In feite betekent dat een winst voor je gezondheid die niet direct zichtbaar is op de weegschaal.
Er bestaat speciale apparatuur waarmee je je vetpercentage kan bepalen, maar de beste graadmeter is je eigen lichaam. Wanneer je meer spiermassa ontwikkelt, heeft dit een positief effect op je gezondheid. Je zult merken dat je buikomvang wat minder wordt en je kleren wat losser gaan zitten. Daarnaast heb je veel meer energie , je weerstand gaat omhoog en je hele stofwisseling gaat op een hoger pitje draaien. Dat betekent dat het veel makkelijker voor je wordt om af te vallen en uiteindelijk op gewicht te blijven. Zodra je deze veranderingen merkt, weet je dat je op de goede weg zit en geloof het, je lichaam houdt je niet voor de gek!