Sommige tumoren zijn levensbedreigend, omdat ze snel kwaadaardig worden en voor uitzaaiingen zorgen. Andere tumoren - zoals een tumor in de hypofyse - zijn niet direct dodelijk. Het lastige van een hypofysetumor is dat het wel allang klachten kan geven voordat men erachter komt wat de oorzaak is. Als de tumor niet op tijd behandeld wordt kan blijvende schade aan de oogzenuwen ontstaan. Ook kunnen na behandeling allerlei klachten blijven, waardoor een patiënt de rest van zijn leven medicijnen moet slikken.
De hypofyse is een klein orgaantje onderaan de hersenen. De hormoonklier staat in nauwe verbinding met de schildklier, de bijnierschors en geslachtsdelen. In feite is de hypofyse te zien als de ‘dirigent’ van al deze organen. De hypofyse bepaalt wanneer die hormoonklieren hormonen moeten produceren en wanneer ze er weer mee moeten stoppen. Zo regelt de hypofyse de afgifte van het schildklierhormoon dat onder andere verantwoordelijk is voor stofwisseling en groei, de afgifte van geslachtshormonen en van bijnierschorshormonen zoals ADH en cortisol. Goed functioneren van de hypofyse is dan ook belangrijk voor de gezondheid.
Een hypofysetumor kan twee symptomen geven, afhankelijk van de precieze plaats en de grootte van de tumor. Als de tumor aan de bovenkant van de hypofyse zit en te groot wordt, duwt deze tegen het chiasme (het middenstuk van de hersenen). Daar lopen de oogzenuwen, die daardoor in de verdrukking kunnen komen. Dit uit zich vooral in hoofdpijn en slecht zicht, met name aan het buitenste gezichtsveld. Een patiënt kan dan het gevoel hebben met oogkleppen op te lopen. Daarnaast kan de druk van de tumor hoofdpijn veroorzaken. Het probleem met deze symptomen is dat de problemen zo onmerkbaar ontstaan dat de patiënt zich aanpast aan het verminderende gezichtsveld en het daardoor zelf bijna niet door heeft.
Als de tumor zich in de hormoonproducerende delen van de hypofyse bevindt kunnen de symptomen zich uiten door veranderingen in de hormoonhuishouding. Als het schildklierhormoon bijvoorbeeld overmatig gestimuleerd wordt kan zich dat uiten in reuzengroei, terwijl onderdrukking van dit hormoon vooral leidt tot een trage stofwisseling en de bijbehorende klachten. Een veel voorkomende tumor in de hypofyse is het prolactinoom, dat zorgt voor overmatige aanmaak van prolactine. Die kan bij vrouwen leiden tot extra melkproductie en afgifte daarvan via de tepels en tot onvruchtbaarheid. Bij mannen kan een teveel aan prolactine leiden tot impotentie.
Een teveel aan bijnierhormoon kan vooral leiden tot verhoogde bloeddruk en gewichtstoename.
Als een een tumor vermoedt, kan hij onderzoek doen. Dat gebeurt vaak door een MRI van de hersenen te maken. Een tumor blijkt dan door een vergrootte hypofyse. Eventueel kan een endocrinoloog met behulp van het stimuleren van hormoonklieren en bloedonderzoek bepalen of er een probleem met de hypofyse is.
Behandeling van een hypofysetumor kan op verschillende manieren. Vaak gaat men pas tot behandeling over als de tumor daadwerkelijk problemen geeft. Aangezien een tumor in de hypofyse geen neiging heeft tot uitzaaien en dus niet kwaadaardig is, laat men kleine tumoren vaak zo lang mogelijk zitten, omdat de behandeling vervelende gevolgen kan hebben voor de patiënt. Als er een behandeling nodig is, worden vaak meerdere methoden gecombineerd. Zo kan de tumor verwijderd worden door middel van een operatie. Daarbij heeft endoscopie de voorkeur, waarbij de chirurg via een slangetje door de neus probeert de tumor te verwijderen. Als dat niet mogelijk is kan de hypofyse bereikt worden via een gat in de schedel. Dat brengt echter meer risico’s met zich mee, omdat de kans op hersenschade dan groter is.
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van medicatie om de groei van de tumor te remmen of de tumor zelfs af te doen nemen. Tot slot kan er bestraald worden. Deze methode wordt echter zo weinig mogelijk toegepast.
Afhankelijk van de grootte en plaats van de tumor kan het verwijderen van een tumor uit de hypofyse voor de nodige problemen zorgen. Zo kan het zijn dat de hypofyse niet meer in staat is bepaalde hormoonklieren te stimuleren. In dat geval moet de patiënt de rest van zijn leven hormonen slikken als vervanging voor de hypofysewerking.
Daarnaast is het in geval van oogproblemen niet zeker of de toegebrachte schade nog omkeerbaar is. Soms zal de oogzenuw zich weer herstellen, maar na te lange tijd van afknelling kan het gezichtsveld blijvend verminderd zijn.
De hypofyse is onder meer vantwoordelijk voor de productie van een aantal hormonen. In de opleiding Trainer Hormoonfactor wordt werking van de hypofyse ook uitgebreid besproken.